Hoeveel studentes zijn er nou eigenlijk binnen een groep studenten? Bias bij interpretatie van algemene mannelijke zelfstandige naamwoorden
Alexander Martin & Hans Wilke (Universiteit Groningen)
INLEIDING. Het Nederlands kent veel zelfstandige naamwoorden met zowel een mannelijke als een vrouwelijke vorm (bv. vriend ~ vriendin). Toch wordt de mannelijke vorm vaak gebruikt als de algemene vorm (AMV), die in principe aan alle genders kan refereren. De zin in (2) wordt dus gezien als een mogelijk antwoord op de vraag in (1), ook al is de referent een vrouw.
(1) Heb jij met je vrienden gepraat vandaag?
(2) Ja, ik kreeg vanmiddag een berichtje van Anna.
Zulk gebruik in andere talen heeft geleid tot grote debatten, waar feministes en feministen vormen proberen te gebruiken die als inclusiever worden gezien (Abbou, 2011). Als gevolg hiervan is er nu institutionele verandering: i.p.v. les étudiants (AMV) gebruiken veel Parijzer universiteiten vormen zoals les étudiants et les étudiantes (mannelijke + vrouwelijke vorm) in hun programma-brochures, of neo-vormen zoals les étudiant·es (Burnett & Pozniak, 2021). Experimenteel onderzoek heeft aangetoond dat AMV’s leiden tot een onderschatting van het aantal vrouwen binnen een groep en dat de inclusievere vormen dit kunnen corrigeren (o.a. Gygax et al., 2008), in het bijzonder als het gaat
om zelfstandige naamwoorden zonder bepaald genderstereotype (bv. juwelier, Xiao, Strickland & Peperkamp, 2023). In Nederlandstalig gebied zijn zulke vormen echter weinig te zien, ondanks het sterke debat in Frans-, Spans- en Duitstalig gebied. Daarnaast heeft eerder onderzoek zich vooral gericht op voornaamwoorden (bv. Redl et al., 2022, Decock et al., 2023). Is het Nederlands echt verschillend van zijn buurtalen?
EXPERIMENT. We volgen het design van Xiao et al. (2023) om te bepalen of AMV’s (in het Nederlands dus ook) leiden tot een onderschatting van het aantal vrouwen binnen een groep, in verhouding tot inclusievere vormen, en of dit verschilt afhankelijk van het genderstereotype van het zelfstandige naamwoord. We zullen zes beroepsnamen selecteren van ieder genderstereotype vanuit Misersky et al. (2014). We selecteren de zes meest mannelijk (agenten ~ agentes), vrouwelijk (diëtisten ~ diëtistes) en neutraal (zanger ~ zangeressen) beoordeelde beroepsnamen van hun studie. Proefpersonen in ons experiment lezen een tekst die een vergadering van één van die beroepen beschrijft, zoals in (3). Daarna moeten proefpersonen aangeven hoeveel mannen en vrouwen zij denken dat er bij de vergadering aanwezig waren.
(3) De regionale vergadering van BEROEPSNAAM vond deze week plaats in Eindhoven. De centrale
locatie van deze stad in de provincie werd door iedereen gewaardeerd. De BEROEPSNAAM hebben echt
genoten van de door de gemeenteraad aangeboden borrel op de eerste dag.
De vorm van de beroepsnaam verschilt tussen condities: mannelijke vorm (agenten), mannelijke +vrouwelijke vorm (agenten en agentes), vrouwelijke + mannelijke vorm (agentes en agenten), vrouwelijke vorm (agentes). N.a.v. eerder onderzoek verwachten we dat de mannelijke vorm leidt tot een onderschatting van het aantal vrouwen in verhouding met inclusievere vormen en dat dit effect het sterkst is als het om beroepsnamen zonder genderstereotype gaat. Verder willen we zien of de volgorde bij de inclusievere vormen ook een effect heeft op de inschatting. Bij de vrouwelijke vormen verwachten we een overschatting, aangezien vrouwelijke vormen meestal alléén met vrouwelijke referenten worden gebruikt in het Nederlands.
Referenties
Abbou, J. (2011). Double gender marking in French: a linguistic practice of antisexism. Current Issues in Language Planning, 12: 55–75.
Burnett, H. & Pozniak, C. (2021). Political dimensions of gender inclusive writing in Parisian universities. Journal of Sociolinguistics, 25: 808–831.
Decock, S., van Hoof, S., Soens, E. & Verhaegen, H. (2023). The comprehensibility and appreciation of non-binary pronouns in newspaper reporting: The case of hen and die in Dutch. Applied Linguistics.
Gygax, P., Gabriel, U., Sarrasin, O., Oakhill, J. & Garnham, A. (2008). Generically intended but specifically interpreted: When beauticians, musicians, and mechanics are all men. Language and Cognitive Processes, 23: 464–485.
Misersky, J., Gygax, P., Canal, P., Gabriel, U., Garnham, A., Braun, F., Chiarini, T., Englund, K., Hanulikova, A., Öttl, A., Valdrova, J., Von Stockhausen, L. & Sczesny, S. (2014). Norms on the gender perception of role nouns in Czech, English, French, German, Italian, Norwegian, and Slovak. Behavioural Research Methods, 46: 841–871.
Redl, T., Szuba, A., de Swart, P., Frank, S. & de Hoop, H. (2022). Masculine generic pronouns as a gender cue in generic statements. Discourse Processes, 59: 828–845.
Xiao, H., Strickland, B. & Peperkamp, S. (2023). How fair is gender-fair language? Insights from gender ratio estimations in French. Journal of Language and Social Psychology, 42: 82–106