Genderneutrale formulering van wetgeving
Amber Oomen, Hanneke Houwers, Maya Sappelli & Jeanne Benschop (HAN University of Applied Sciences)
Inleiding
Er is maatschappelijk toenemende aandacht voor genderneutraal formuleren in wetgeving en juridische teksten, vanwege de aanhoudende kritiek op de tweedeling in geslacht (hij versus zij) die in veel talen, waaronder het Nederlands, aanwezig is.[1] Genderneutraal taalgebruik (ook wel aangeduid als gender-fair language of gender-inclusive language) gaat over het vervangen van woorden met een mannelijke bias door een genderneutraler alternatief.
Onderzoeksvragen
De minister voor Rechtsbescherming heeft WODC de opdracht gegeven te laten onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om wetgeving genderneutraal te formuleren? Dat onderzoek wordt uitgevoerd door de HAN University of Applied Sciences. De volgende deelvragen staan daarbij centraal:
Wat is de definitie van genderspecifieke termen?
- Welke genderspecifieke termen komen voor in de grote wetboeken van het ministerie van Justitie en Veiligheid?
- Hoe vaak komen deze genderspecifieke termen voor?
- Welke genderneutrale alternatieven zijn er voor de aangetroffen genderspecifieke termen?
- In hoeverre zijn er risico’s dat deze alternatieven de juridische betekenis van wetsartikelen wijzigen?
Definitie
Van genderspecifieke formulering is volgens de definitie van ons onderzoek sprake bij:
- zelfstandige naamwoorden die a) een persoon aanduiden en die b) mogelijk een specifiek mannelijke of vrouwelijke invulling hebben;
- mannelijke of vrouwelijke voornaamwoorden gebruikt bij verwijzingen naar zelfstandige naamwoorden die a) een persoon aanduiden en die b) mogelijk een specifiek mannelijke of vrouwelijke invulling hebben;
- mannelijke of vrouwelijke voornaamwoorden gebruikt bij verwijzingen naar woorden die a) personen aanduiden en b) geen specifiek mannelijke of vrouwelijke invulling hebben, maar door de gebruikte voornaamwoorden een specifiek mannelijke of vrouwelijke invulling kunnen krijgen. Denk hierbij aan het structureel verwijzen naar ‘betrokkene’ met ‘hij’, waardoor ‘betrokkene’ een mannelijke bias krijgt.
Methode
Door middel van automatische analyse met woordenlijsten waarin personen voorkomen,[2] woordvectoren getraind op het juridische domein[3] en handmatig steekproefonderzoek is een lijst vastgesteld van genderspecifieke termen in de wetboeken. Met behulp van automatische coreference resolutie is daarnaast voor elk relevant zelfstandig naamwoord (type ‘human’) onderzocht hoe vaak en welke genderspecifieke invulling die krijgt aan de hand van verwijswoorden.[4] Via automatische analyse tellen we het aantal genderspecifieke termen per wetboek uitgesplitst naar op literatuur gebaseerde categorieën ‘sterk genderspecifiek’, ‘mogelijk genderspecifiek’ en ‘niet genderspecifiek’.[5] Nieuw gevormde genderneutrale alternatieven voor deze genderspecifieke termen zijn door taalgebruikers getest op overlevingskans via de FUDGE-test van Alan Metcalf. Verder zijn de juridische risico’s van de alternatieven in kaart gebracht: hoe groot is het risico dat ze de juridische betekenis van de wet veranderen?
Resultaten
De resultaten zijn inmiddels bekend en mogen na publicatie door WODC worden gedeeld tijdens het symposium.
Referenties
Buiatti, M. V. Gender Neutral Legal Language: A Comparative Overview. Comparative Law and Language, 1(2), 33-54.
Cocq, E. de en T. Redl (2021). Neurologe of liever neuroloog? Het effect van vrouwelijke functiebenamingen op geloofwaardigheid van medisch specialisten. Tijdschrijft voor Taalbeheersing 43 afl. 1, p. 35-63.
Eason, E. (2023). Gender Neutral Pronouns: An Engaged Study.
https://knowledge.uchicago.edu/record/7125/files/Eason%20MA%20Thesispdf.pdf
Europees Parlement (2018). Genderneutraal taalgebruik in het Europees Parlement. Gedownload via https://www.europarl.europa.eu/cmsdata/187106/GNL_Guidelines_NL-original.pdf
Gabriel, U., Gygax, P., Sarrasin, O., Garnham, A., & Oakhill, J. (2008). Au pairs are rarely male: Norms on the gender perception of role names across English, French, and German. Behavior research methods, 40(1), 206-212.
Gerritsen, M. (2002). Language and gender in Netherlands Dutch: Towards a more gender-fair usage. Gender Across Languages, 2, p.81-108.
Gygax, P., Gabriel, U., Sarrasin, O., Oakhill, J., & Garnham, A. (2008). Generically intended, but specifically interpreted: When beauticians, musicians, and mechanics are all men. Language and Cognitive Processes, 23(3), 464–485. https://doi.org/10.1080/01690960701702035
Hauser, R. Adapting Gender-Inclusive Rewriting Models to Gender-Neutral German.
https://www.cl.uzh.ch/dam/jcr:c129be4d-ec6d-40a2-b213-b588f44b2f2f/Hauser-Renate_BA-Thesis_FS23.pdf
Misersky, J., Majid, A., & Snijders, T. M. (2019). Grammatical gender in German influences how role-nouns are interpreted: Evidence from ERPs. Discourse Processes, 56(8), 643-654. https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/0163853X.2018.1541382
Piergentili, A., Savoldi, B., Fucci, D., Negri, M., & Bentivogli, L. (2023). Hi Guys or Hi Folks? Benchmarking Gender-Neutral Machine Translation with the GeNTE Corpus. arXiv preprint arXiv:2310.05294.
Sneller, A. A., & Verbiest, A. (2002). Bij wijze van schrijven: over gender en trefzeker taalgebruik. Sdu Uitgevers.
Voogel, M. (2023). Taalbewust met inclusieve taaltips:‘Taal ligt zó gevoelig…!’. Levende Talen Magazine, 110(4), 6-10.
Waszink, V. (2022). Dat mag je óók (al niet meer) zeggen. Welke woorden kunnen? En welke juist niet.
—
[1] De Cocq & Redl (2021), 36-37.
[2] Deze ‘seed’-woordenlijst is geextraheerd vanuit de ontologie achter wikipedia, daarnaast is de woordenlijst uit T-scan (UU) gebruikt om de concreetheid van nomina vast te stellen (semantische klasse “human”). Hiermee worden vrijwel alle beroepen afgevangen, maar ook categorieën als man, vrouw, moeder en vader.
[3] Op deze manier kunnen we varianten van woorden, of bijvoorbeeld bijvoeglijk of bijwoordelijk gebruik van genderspecifieke termen uit onze woordenlijst ook meenemen in onze analyse. Deze geëxpandeerde woordenlijst zal gecureerd worden door een taalexpert, zodat alleen relevante gendergerelateerde termen in de lijst blijven. Bovendien zal van elk van de termen uit stap 1 en 2 aangegeven worden of dit een genderneutrale of een genderspecifieke formulering betreft.
[4] Het gaat om: ‘hij’, ‘zij’, ‘hem’, ‘haar’ en ‘die’.
[5] Of een woord genderspecifiek is, hangt af van welke opvatting in de literatuur wordt gekozen als uitgangspunt. In dit onderzoek laten we voor de twee mainstream-opvattingen zien welke woorden uit de wetboeken als genderspecifiek worden opgevat. De twee opvattingen zijn 1) een taal wordt genderneutraler als genderdifferentiatie (of ook wel feminisatie) wordt toegepast. 2) een taal wordt niet genderneutraler door genderdifferentiatie, de vrouwelijke vormen hebben een lagere status. Neutralisatie is het devies: het neutrale gebruik van de mannelijke vorm van een woord terwijl er ook een vrouwelijke vorm bestaat. Zie o.a. De Cocq & Redl; Gerritsen 2002; Sneller en Verbiest 2002; Gabriel e.a. 2008; Gygax e.a. 2008; Misersky 2019.