Neutraal of inclusief? Een doorlichting van richtlijnen voor genderneutraal taalgebruik aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten
Natalie Verelst (Technische Universität Dortmund)
Nagenoeg alle Nederlandse en sommige Vlaamse universiteiten publiceren online de door hun gehanteerde richtlijnen voor genderinclusief, of -neutraal, taalgebruik. In deze presentatie licht ik die richtlijnen door en laat ik zien dat de aanbevelingen in de publicaties ten eerste van elkaar verschillen, ten tweede niet altijd consequent blijven en ten derde eerder genderneutraal dan -inclusief taalgebruik aanraden. Daarbij worden deze bevindingen getoetst aan recent empirisch onderzoek over geslachtsmarkering in het Nederlands (cf. o.a. De Backer & De Cuypere 2012; Verelst forthc.; Verelst 2023) en worden ze vergeleken met conventies in buurtalen.
De belangrijkste onregelmatigheid in de academische reglementen betreft het gebruik van de “mannelijke” vorm van persoonsbenamingen (bv. student, docent) als de generieke, wat in veel taalgebieden een heikel punt is. In sommige richtlijnen wordt die als neutrale vorm aanbevolen, in andere wordt benadrukt dat de mannelijke vorm geenszins neutraal is en dus te vermijden. Die laatste aanbeveling bevat echter weinig systematiek. Zo ziet bijvoorbeeld de Universiteit Utrecht een “mannelijke” vorm als bewoner als genderneutraal aan en beveelt het gebruik ervan aan, terwijl diezelfde universiteit een mannelijke vorm als huisgenoot of student als exclusief mannelijk analyseert, en dus het gebruik ervan afraadt. Daarnaast valt op dat verschillende universiteiten (o.a. die van Utrecht en Maastricht) meervoudsvormen (studenten) als neutraal zien, in tegenstelling tot hun enkelvoudige tegenhangers (student).
Opvallend is in zo goed als alle richtlijnen de nadruk op non-binariteit en neutraliteit. In het algemeen staat in de richtlijnen niet zozeer een aanbeveling voor genderinclusief taalgebruik, maar veeleer voor genderneutraal taalgebruik: directe verwijzingen naar geslacht worden afgeraden. Zo wordt vervrouwelijking (als in studente of bewoonster) unaniem als onwenselijk gezien. Ook binaire aanspreekvormen in mails (de dubbele vorm dames en heren, bijvoorbeeld) worden sterk afgeraden. Daarmee zetten de universiteiten zich in de rij van instanties zoals de Nederlandse Spoorwegen of de kranten De Volkskrant en NRC die expliciet op neutralisatie van persoonsbenamingen inzetten, waarmee zij aan een maatschappelijke wens van political correctness in het kader van niet-binaire genderidentiteiten willen tegemoetkomen. Met die sterke nadruk op neutralisatie verschillen de Nederlandse instanties en – in mindere mate – Vlaamse universiteiten van onder andere instanties verbonden met de buurtalen Duits (cf. Müller-Spitzer & Ochs 2023; Klein forthc.) en Frans (cf. Elmiger 2022a; Elmiger 2022b). Hier wordt grotendeels consequent voor expliciete geslachtsmarkering gekozen, met name door vervrouwelijking, dubbele vormen, en/of de controversiële alternatieve vormen als een asterisk (in het Duits, bv. Student*innen) of een punt (in het Frans, bv. enseignant.e.s). Met het oog op recente studies naar het gebruik (Verelst forthc.; Verelst 2023) en de interpretatie (De Backer & De Cuypere 2012) van generiek gebruikte (geneutraliseerde) mannelijke vormen in het Nederlands, en gegeven de wens naar de uitdrukking van genderneutraliteit, veel meer dan naar inclusiviteit, lijkt een meer systematische raadgeving voor het gebruik van geneutraliseerde vormen beter geschikt.
Literatuur
De Backer, Maarten & Ludovic De Cuypere. 2012. The interpretation of masculine personal nouns in German and Dutch: a comparative experimental study. Language Sciences 34(3). 253–268.
Elmiger, Daniel. 2022a. Les guides de langue non sexiste / inclusive dans les langues romanes: un genre textuel évolutif. In Benjamin Fagard & Gabrielle Le Tallec-Lloret (eds.), Entre masculin et féminin. Français et langes romanes, 119–136. Paris: Presses de la Sorbonne Nouvelle.
Elmiger, Daniel. 2022b. Geschlechtergerechte Sprache im Französischen: nichtsexistische, geschlechtsneutrale oder inklusive Sprache? sprache-und-gendern.de. https://www.sprache-und-gendern.de/beitraege/geschlechtergerechte-sprache-im-franzoesischen. (14 April, 2024).
Klein, Wolf Peter. forthc. Deskription, Ambition, Präskription: Die Movierung in institutionellen Leitfäden zur geschlechtergerechten Sprache. In Alexander Werth (ed.), Empirische Linguistik.
Müller-Spitzer, Carolin & Samira Ochs. 2023. Geschlechtergerechte Sprache auf den Webseiten deutscher, österreichischer, schweizerischer und südtiroler Städte. Sprachreport 39(2). 1–5.
Verelst, Natalie. 2023. The dynamics of feminisation. A corpus-based diachronic analysis of Dutch and German feminising morphology. Berlin: Freie Universität Berlin (Doctoral dissertation).
Verelst, Natalie. forthc. Die Rolle von Genus und Sprachpolitik bei der Entwicklung der Movierung im deutsch-niederländischen Sprachvergleich. In Alexander Werth (ed.), Empirische Linguistik.